- ziek
- {{ziek}}{{/term}}1 [niet gezond] ill2 [getuigend van een verdorven geest] sick♦voorbeelden:1 zieke aardappels • blighted potatoesongeneeslijk ziek • incurably ill〈figuurlijk〉 zich ziek lachen • be in stitcheszich ziek melden • report sick〈figuurlijk〉 ziek van iemands gezeur worden • get sick of someone's moaningziek worden • fall ill/sickernstig/gevaarlijk ziek • seriously/dangerously illziek met de griep • down with fluziek van de koorts/zorgen • sick with fever/worryvan garnalen (eten) word ik ziek • shrimps disagree with me2 een zieke grap • a sick joke
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.